De dominee heeft het gedaan met een loden pijp in de bibliotheek. Wie kent dit soort uitspraken niet. Bij het schrijven van een thriller is het niet zoveel anders. Een dader, een locatie, een wapen of attribuut, waarmee een misdaad is gepleegd. Het is natuurlijk niet nodig dat er altijd een moord gepleegd is. Soms gaat het om een ontvoering, chantage, een vermissing. Maar de hoofdpersoon moet een probleem hebben wat hij op moet lossen. Zijn vrouw raakt vermist, zijn dochter verdwijnt en wordt vermoord teruggevonden. Een restauranteigenaar wordt onder druk gezet om te betalen voor bescherming.
Soms lijkt het voor de hand te liggen wie het gedaan heeft. Naarmate de tijd verstrijkt moeten er puzzelstukjes op zijn plaats gaan vallen. Stukjes kunnen naadloos passen, maar in de loop van het verhaal blijkt het toch op de verkeerde plek te liggen. Je wordt volledig op het verkeerde been gezet en dat is ook de bedoeling. Hoewel het soms gewoon zo loopt, omdat je tijdens het schrijven invallen en inzichten krijgt die je niet voorzien had.
De dominee was op zijn kamer op het moment van de moord. En bovendien is hij linkshandig, terwijl de dader rechtshandig moet zijn geweest. Het slachtoffer is verplaatst, waar je pas op een veel later tijdstip achterkomt. En opeens blijkt toch mevrouw Blauw van Draet een stuk sterker en slimmer dan ze eruitziet. Ze heeft het gedaan met een kandelaar in de balzaal.