Schrijvers zullen weten waar ik het over heb. De flow. Die drive om te schrijven. De woorden vloeien uit je vingers en het verhaal schrijft zichzelf. Ik zit op het moment in de flow. Als ik in die flow zit gebeurt er iets. Mijn verhaal vertelt zichzelf. Het gaat makkelijk. Mijn fantasie gaat met me op de loop en het verhaal gaat weer rechts, terwijl ik denk dat ik links moet. Maar rechtsaf gaat makkelijker en links zal moeten wachten. Dat geeft niet. het komt vanzelf wel. Drie keer rechts is ook links. En soms is het beter om rechtsaf te gaan, zo blijkt later. Het maakt niet uit.
Als de flow zich aandient kun je je er maar beter aan overgeven. De mooiste ideeën komen in mij op. Ook hele slechte, maar dat geeft niet. Vaak moet ik later veel schrappen, maar ook dat geeft niet. Het belangrijkste is dat ik schrijf en dat het verhaal vorm krijgt. Die slechte stukken hebben een functie. Vergelijk het met het metselen van een muur. De mortel die de verbinding vormt tussen de stenen. Later moet je voegen en de ongepolijste stukken weghalen. Het resultaat is een solide bouwwerk. Dat is wat er met een verhaal ook gebeurt. Je metselt een verhaal, voegt later stukjes toe en haalt wat weg. En het resultaat is een solide verhaal. De flow blijft nog wel even en mijn verhaal vordert tot een solide geheel.